Behandeling, dag 21

Het is dinsdag 30 januari, de dag van de laatste chemokuur. Om 06:20 uur staat de wekker. Als hij een poging doet om mij voor de eerste keer wakker te maken, krijgt hij al snel een klap op zijn kop. Om 06:30 uur staat de volgende gepland, ik heb geen zin. In tegenstelling tot gisteren heb ik beter geslapen. Ik smokkel er nog even vijf minuten bij. Als ik opsta heb ik een verkoudheidsgevoel over me, veel slijm in mijn keel en mijn neus zit vol. De slijmvorming kan een bijwerking zijn van de bestraling, maar ook mijn neus speelt op. Hopelijk is dit vals alarm, tenslotte heerst er van alles, waar ik nu niet echt op zit te wachten.

Na het innemen van de dagelijkse medicijnen, een licht ontbijtje met de knapperige Lotus koffiekoekjes en een kopje koffie, is het tijd om te gaan douchen.

Straks om 08:30 uur de deur uit om eerst bloed te gaan prikken, daarna bestralen en dan door naar de dagverpleging voor chemokuur nummer vijf, de laatste. Maar zo meteen voor vertrek eerst nog de pré-medicatie innemen voor de chemo, waaronder de Dexamethason. De ontstekingsremmer die me in de loop van de dag hyper maakt en me inmiddels al een aantal slapeloze nachten heeft bezorgd. Het zijn de laatste tabletten, moet je maar denken. We gaan er een bijzondere dag van maken. De laatste chemo om die ‘Kankerzooi’ te bestrijden.

Het bloedprikken gaat snel in tegenstelling tot de vorige keren. Al snel is de juiste ader gevonden om het paarse buisje vol te laten lopen met het donker rode bloed. De prikzuster, een zeer bescheiden vrouw, geeft aan hem direct naar het lab te brengen, en dat terwijl ik er dit keer niets over heb gezegd. Fijn, dankjewel! De bloedwaarden zijn weer lager dan de vorige keer, maar zijn verder prima om de chemokuur te mogen starten. We worden er een beetje bedreven in, we kijken zelf al in de MijnADRZ-app om te kijken of de bloedwaarden voldoende zijn.

De bestraling loopt op zijn eind. De lijnen op mijn lichaam lijken steeds meer te vervagen en zijn sinds vrijdag niet meer bijgewerkt. Wat zal het fijn zijn als ik na de laatste bestraling gewoon kan douchen zonder na te denken dat ik de lijnen weg poets. Het zijn vooral de kleine dingen die het doen. Na de bestraling door na de dagverpleging. Zoals elke week wordt je weer vriendelijk welkom geheten en kies ik mijn vaste stoel uit. Als ik aan de beurt ben wordt het infuus gezet. In eerste instantie wordt het infuus te diep geprikt, door de ader heen waardoor het in mijn arm loopt in plaats van in mijn ader. Met verontschuldigingen wordt een nieuwe poging gedaan. Hoger op de arm in de holte van elleboog. Niet echt handig, mijn arm moet zo veel mogelijk recht liggen.

De aderen in mijn armen krijgen het flink voor hun broek met her en der stukken littekenweefsel, dit maakt het prikken lastig. Maar goed als het infuus erin zit, dan kan het met volle vaart er worden ingepompt. We zijn vanmorgen met acht lotgenoten. Iedereen zit er voor chemo, maar allemaal voor verschillende soorten van kanker. Toch voel ik een verbondenheid en daar hoef je niet eens over te praten.

Vandaag zit er ook een echtpaar, aandoenlijk en ook wel grappig. Het echtpaar is inmiddels op leeftijd. Zij is ziek, hij ondersteunt haar. Beide smoezelig gekleed. Hij met zijn haar alle kanten op, overhemd uit zijn broek en zijn broek staat half open, een beetje kijkdoos idee. De kleren hebben duidelijk al lang geen wasbeurt meer gehad. Het oogt een beetje zielig. Zij gaat gekleed in een wijde sportbroek met een oversizede blouse daarop. Hij zit met zijn benen over elkaar gebiologeerd het FD (Financieel Dagblad, red) te lezen. Elk woord wordt grondig opgenomen. De krant ligt helemaal uiteen verfomfaaid op zijn schoot. Zij zit alleen maar op haar telefoon. Meneer wordt alleen getriggerd door de piepjes van de infuuspompen. Zodra de pomp van zijn vrouw aangeeft dat er iets niet in orde is, begint hij te piepen. Gelijk springt hij op en loopt naar de verpleegpost om dit te melden. Twee keer wordt aangegeven dat de verpleging de piepjes ook horen, maar dat hoort meneer waarschijnlijk niet, gezien zijn herhalende acties. Als zij moet plassen en het speciale toilet bezet is, loopt ze op blote voeten stampvoetend heen en weer. Te laat gereageerd op het seintje van de blaas. Ik denk dat ze toch nog op tijd was. Stiekem moet ik er om lachen, het is prachtig om te aanschouwen en met momenten aandoenlijk om te zien.

Mijn chemo verloopt goed, ik luister een deel van de podcast over Napoleon. Verder kan ik niet zoveel doen met mijn rechterarm. Het eten bestaat uit een boterham met jam, een cup-a-soup kip en een kuipje gele vla. Het kost enige tijd, maar het gaat er zonder al teveel moeite in. Weer een overwinning. Na de maaltijd is ook het tweede middel doorgelopen en is het tijd voor het spoelen. Zes minuten wordt er gespoeld, waarna ik afgekoppeld en verbonden kan worden. Het zit er op de chemokuren. Fijn! Een belangrijke fase in de behandeling heb ik afgerond en dat voelt ondanks de zooi in mijn lichaam goed. Ik mag naar huis.

De ingevulde Tip-Top-Flop kaart stop ik in de daarvoor bestemde postbus. Het is een mooi systeem voor de organisatie om te meten naar de kwaliteit van zorgverlening. Ik vul alleen het onderdeel Top in. Het was ondanks alles Top om daar behandeld te worden.
Bij het verlaten van de dagbehandeling bedank ik de aanwezige verpleegkundigen voor alles van de afgelopen weken. Een van de verpleegkundige gaf eerder vanochtend aan dat als, ik een keer in de buurt ben, ik gewoon even binnen moet lopen, omdat ze graag willen weten hoe het me verder vergaat. Of dat ervan gaat komen weet ik niet. We nemen afscheid met de woorden ‘Tot ziens, buiten het ziekenhuis!’

Eenmaal thuis gaan we het rustig aan doen.

Fijne dinsdag verder!

error: Content is protected !!